Bob Carlier over het huwelijk

Is een homohuwelijk emancipatorisch?

Bob Carlier_Schamper_0002
Bob Carlier

Twee homoseksuelen die een huwelijksachtige vriendschapsverklaring aflegden, vroegen in vorig nummer van de Homokrant reacties. Het feit alleen dat ze dit vragen, bewijst dat ze dit als een mogelijk discussiepunt zien, en niet zozeer aan hun eigen individuele handeling denken, maar wel aan de symboolwaarde en mogelijke uitbreiding ervan. Het spreekt trouwens vanzelf, dat ik over deze individuele handeling zonder sociale repercussies geen mening wens te hebben, er wordt al genoeg betutteld en bevoogd en gemoraliseerd: ze beantwoordt voor beide betrokkenen allicht aan hun individuele behoefte – ook in deze geritualiseerde vorm (die de enen nodig schijnen te hebben, de anderen niet) –, en zal hun dus de nodige voldoening geschonken hebben, waarover ik mij alleen kan verheugen.

Risico’s groter dan voordelen

Anders wordt het als naar een standpunt als homobeweging gevraagd wordt. Vanuit een ideologie die gelijke rechten centraal stelt, zou een homohuwelijk kunnen bepleit worden: wat bij hetero’s kan en mag, moet ook bij ons kunnen. Maar hier blijkt reeds de grenzen van zulke ideologie (die bij het begin van een beweging steeds vertrekpunt is). Is de vrouwenbeweging ermee gediend als vrouwen ook verkrachten of per definitie en in feite voorgetrokken worden bij tewerkstelling of mannen in hun mogelijkheden kunnen beperken? Is de homobeweging ermee gediend als wij onze levenswijze qua seksualiteit en relaties aan iedereen als norm kunnen opleggen of als wij van heteroseksualiteit iets verzwegens en beschaamds kunnen maken? Deze wat absurde voorbeelden tonen dat de gelijke-rechten idee slechts zin heeft binnen een bepaalde maatschappijvisie, o.a. wat betreft de wijze waarop aan relaties vorm gegeven wordt. Nu is het huwelijk (en gezin) precies de vorm waarrond de ganse seksualiteit georganiseerd is en die als enig model voor relaties voorgehouden wordt. Zo sterk is deze vorm doorgevoerd, dat men zich de vraag kan stellen of het instituut huwelijk er is voor de mensen, die er steun, veiligheid en geborgenheid in vinden; ofwel of het zich integendeel tégen hen keert. Ik heb de indruk dat de risico’s groter geworden zijn dan de voordelen: beperking van ervaringskansen, afscheiding van de  buitenwereld, opslorpend karakter, spiegel en leerschool van maatschappelijke machtsverschillen, schijnveiligheid door de rituele beloften, keurslijf voor niet meer echt gevoelde verplichtingen (en dus leugens, toegevingen, verzwijgingen, frustraties en agressiviteit). Verre van mij hiermee een beeld te willen geven van alle huwelijken, ik zie deze kenmerken alleen als risico’s die groter worden als de relatie geïnstitutionaliseerd wordt.

Pleidooi voor individualisering

Een homobeweging die zich naar de maatschappij richt en vragen stelt over de oorzaken van haar homovijandigheid, moet kijken naar de functies die huwelijk en gezin hier en nu binnen die maatschappij vervullen. En dan zie je, dat deze instituties hard meewerken om het bestaande systeem in stand te houden – systeem waarover wij geen redenen hebben om gelukkig te zijn. En of dit systeem nu kapitalisme of patriarchaat of bourgeoisheerschappij of heteronormaliteit genoemd wordt heeft niet zoveel belang hier: vrouwen, kinderen, homo’s en lesbiennes weten (naast vele anderen) hoe de gezinscultus meewerk aan hun uitsluiting en onderdrukking. Er gaan de laatste tijd veel stemmen op om te pleiten voor een doorgedreven individualisering: het beginsel om het individu als uitgangspunt te nemen voor de wetgeving (fiscaal, verzekering, burgerlijk) en niet zijn of haar lidmaatschap van een relatie (waardoor o.a. begrippen als kostwinner, huishouden, verschillende rechtspositie ontstaan). Vooral vrouwen zien hier veel heil in om los te komen van hun afhankelijkheidspositie, zowel op het economisch vlak als in het oog van anderen (o.a. De werkgevers en de uitkeerders van werkloosheidsvergoedingen – maar evenzeer de publieke opinie -) Als homoseksuelen hebben we alle reden om op die weg mee te gaan.

Afgezien dus van respect voor wat individuen willen doen zolang het in de privésfeer blijft, meen ik dat wij ons alleen tegen een verdere uitbreiding van het huwelijk als instituut kunnen keren.

Bob Carlier, Homokrant januari 1983

Bob Carlier overleed in 1990