Hier vind je teksten en interviews van en met mensen die in de periode van het RAF perspectieven hebben gegeven en bakens hebben verzet.
Willy De Bruijne: We kunnen alleen op onszelf rekenen
Willy De Bruijne is 41, woont samen met zijn vriend in Borgerhout, zit daar mee in de stuurgroep van het buurthuis en is lid van een orchideeënclub. Verder is hij te bezichtigen op menige kermis, waar hij samen met zijn vriend in een ‘viskraam’ staat. Je weet wel, zo’n ding met dobberende eendjes die je moet proberen te vangen. Afhankelijk van het nummer dat ze op hun buik hebben krijg je een prijs van onschatbare waarde. Hij werkt als elektrieker bij EBES en is daar syndicaal afgevaardigde voor het ABVV. Tenslotte is hij ook nog bij het RAF. Lees verder
Het engagement van Rudy Borremans
Eerder waren 3000 protestkaartjes naar het aartsbisdom gestuurd en hadden 6000 mensen een petitie ondertekend. De activisten eisten dat Rudy Borremans medepastoor zou blijven in Tienen en een wettelijk verbod op discriminatie omwille van geslacht, burgerlijke staat, geboorte, leeftijd, gezondheidstoestand, handicap, lichamelijk kenmerk en seksuele geaardheid. Wie is Rudy Borremans? Wat motiveert hem om de voor de kerk onmogelijke combinatie van openlijk homo en priester te kiezen? Lees verder
Bob Carlier over het huwelijk
Bob Carlier schreef in 1983 een van de eerste teksten over de openstelling van het huwelijk voor holebi’s: “Een homobeweging die zich naar de maatschappij richt en vragen stelt over de oorzaken van haar homovijandigheid, moet kijken naar de functies die huwelijk en gezin hier en nu binnen die maatschappij vervullen. En dan zie je, dat deze instituties hard meewerken om het bestaande systeem in stand te houden – systeem waarover wij geen redenen hebben om gelukkig te zijn.” Lees verder
Dirk Cantillon Dirk Cantillon was een van de opmerkelijkste en meest dynamische figuren die de holebi-beweging in België ooit gekend heeft. Hij was eerder actief in De Rooie Hond en De Rooie Vlinder. Daarna was hij een van de mede-oprichters van het RAF. Lees hier het aangrijpende verhaal van zijn jeugd.
Outing en Coming Out
Beide begrippen worden door elkaar gebruikt. In onderstaande tekst uit 1991 (geschreven door de toenmalige RAF-kern) lees je het verhaal van een actie die veel stof deed opwaaien: “Ze noemen mijn naam nooit echt, ze gebruiken omschrijvingen als ‘spring-in-‘t-veld’ en zo. Maar de eerste die mijn naam durft te noemen, sleur ik voor het gerecht. Daar ben ik keihard in.” Lees verder
“Op 16 oktober 1981 werd het Roze Aktiefront opgericht. Vandaag is het ‘roze en rood’, maar actiever dan ooit” schreef Zizo in 1996 en publiceerde een interview met Yvan Brys, Roel Dewinter en Gunther Lippens, drie van de kernleden.
Sedert de jaren ’70 van vorige eeuw nemen holebi’s en transgenders deel aan manifestaties en bijeenkomsten die hun specifieke bezorgdheden overschrijden. Niet alleen de rechten van holebi’s en transgenders houden hen bezig. Ze maken zich ook zorgen over het milieu, vrede, werkgelegenheid en de rechten van vrouwen en allochtonen. Ze willen ook zichtbaar zijn waar mensen rond deze thema’s samenkomen en actie voeren.
“Wij willen een ander strand. Wij verwerpen de normen van deze maatschappij.”
De Rooie Vlinder (1976 – 1981) was de eerste linkse homogroep in Vlaanderen. Dirk Cantillon had eerder met enkele homo’s de actiegroep De Rooie Hond opgericht. Een groep die ongeveer een jaar bestond. Cantillon introduceerde de eerste politieke discussies over homoseksualiteit door het vertalen van het Rapport contre la normalité (verschenen in 1971) van de Franse organisatie FHAR (Front Homosexuel d’Action Révolutionnaire). Onderstaande tekst is gebaseerd op de toespraak die Dirk Cantillon in 1982 hield bij de voorstelling van Een Ander strand, het boek met teksten dat hij samen met Krist De Munter, Jan Goris en Jos Hertecant samenstelde en werd uitgegeven door EPO. De toespraak verscheen in de brochure Rooie Vlinder-RAF, 5-5 naar aanleiding van een weekend van het Roze Aktiefront (RAF) in 1987, het jaar waarin Dirk Cantillon overleed.
“We doen het allemaal’ was het motto voor de Roze Zaterdag twee jaar geleden. Op 9 mei doen we het opnieuw met “Mag het iets meer zijn?“. De Roze Zaterdag is een feest, waarover je in dit krantje een boel praktische informatie vindt. We willen ook duidelijk maken dat lesbienne- en homorechten mensenrechten zijn die we willen behouden en uitbreiden. We hebben onze eisen samengevat in 10 punten. Je hoeft ze niet uit het hoofd te kennen om te mogen meestappen in de optocht, maar het is nuttig om te weten waar het op 9 mei over gaat. In de optocht, die we feestelijk en kleurrijk willen houden, zullen deze eisen meegedragen worden. Voel je de kriebels om een bord, spandoek of andere uiting van je mening mee te dragen? Laat je verbeelding de vrije loop en laat je inspireren door wat volgt. Doorgaan met het lezen van “Eisenplatform Roze Zaterdag 1992 Gent”
Willy De Bruijne is 41, woont samen met zijn vriend in Borgerhout, zit daar mee in de stuurgroep van het buurthuis en is lid van een orchideeënclub. Verder is hij te bezichtigen op menige kermis, waar hij samen met zijn vriend in een ‘viskraam’ staat. Je weet wel, zo’n ding met dobberende eendjes die je moet proberen te vangen. Afhankelijk van het nummer dat ze op hun buik hebben krijg je een prijs van onschatbare waarde. Hij werkt als elektrieker bij EBES en is daar syndicaal afgevaardigde voor het ABVV. Tenslotte is hij ook nog bij het RAF.
Ik interviewde hem na afloop van een betoging in een café, naast enkele leden van RAF en Hagar, druk keuvelend over de homobeweging van de toekomst. Eerste vraag: Hoe bent U bij het RAF terechtgekomen?
Ik was al lang op zoek naar een homogroep die werkt zoals het RAF. Ik had een abonnement op de Rooie Vlinderkrant maar de Rooie Vlinder was blijkbaar nogal onbereikbaar en zat vooral in Gent, dacht ik. Ik had het RAF al eens gezien op een ABVV-betoging maar toen waren jullie te snel weg om contact te leggen. Toen het RAF een pamflet uitdeelde aan de KNS (1982) bij het stuk ‘Arm Vlaanderen‘ had ik jullie adres en kon ik jullie schrijven. Een paar weken later zat ik in de groep.
Je werkt bij Ebes en je bent daar syndicaal afgevaardigde. Je bent daar ook (openlijk) homo. Er doen nogal wat verhaaltjes de ronde over het arbeidersmilieu dat zeer homo-onderdrukkend zou zijn. Wat is daar van waar?
Het feit dat ik homo ben en daar ook voor uitkom heeft geen negatieve invloed op mijn positie daar. Ook niet in de vakbond. Ik heb nogal wat syndicale mandaten, ook nationale. Ik steek mijn homoseksualiteit niet weg alhoewel ik er natuurlijk niet iedereen te pas en te onpas mee lastig val. maar ze weten het wel allemaal in mijn werkmilieu. Ik doe er gewoon over. Zo heb ik de gewoonte om frieten te brengen bij de collega’s die ’s nachts bezig zijn met het herstellen van leidingen voor de wijkverwarming. Toevallig gebeurde dat ook eens na een RAF-vergadering en toen zijn er een paar janetten meegegaan, heel plezant!
Willy De Bruijne
Ik heb de indruk dat je weinig kansen laat liggen. Vertel nog eens een paar wapenfeiten…
Op het einde van de oorlog zijn alle Ebes-personeelsleden die nog aanwezig waren in een centrale gefusilleerd en die worden nog elk jaar herdacht met een plechtigheid. Je kent dat: een krans neerleggen en zo. Ik vond het passend om bij die gelegenheid een roze driehoek op te spelden. Grote verwarring en wantrouwen bij de directeur, met wie ik in andere omstandigheden ook al niet zo’n warme relatie heb. Maar dat wordt elk jaar bijgelegd bij deze plechtigheid. De directeur en ik leggen samen de krans aan het monument. Dit jaar werd dit aan een andere syndicale afgevaardigde gevraagd. De delegee, die de bloemenkrans moest dragen, vond die ‘nogal zwaar’ en vroeg mij om te helpen. We hebben hem samen neergelegd. Daarna heb ik wel een paar keer aan de directieleden uitgelegd wat de roze driehoek betekent en waarom er de letters “RAF” opstaan. Ze dachten eerst dat “RAF” de naam van een nazislachtoffer was.
Op vakbondscursussen is het soms ook zeer plezant. We zitten daar bijeen, ergens in de Ardennen, met syndicalisten uit verschillende steden en bedrijven. Soms zijn die cursussen wel interessant maar soms ook minder en dan komt het er op aan een ander onderwerp aan te brengen… Het is ook wel al eens gebeurd dat er tijdens het eten een janettenmop verteld werd. Je kent dat: lachen met iets waarvan ze toch niet vermoeden dat het in de buurt is. Waarop ik dan zeg: “Ik ben een janet”. Ze waren natuurlijk verwonderd. Zelfs in de orchideeënclub zijn er geen problemen en op de foor trekken we ons ook goed uit de slag.
De mensen reageren dus nogal tolerant op je homo zijn. Waarom vind je het dan nog nodig om in een actiegroep als het RAF te werken?
Het is niet omdat ik geen problemen heb, dat dit voor iedereen zo is. Andere mensen hebben het wél lastig en hebben wel problemen om met hun homoseksualiteit naar buiten te komen. Ik heb het in zekere zin zeer gemakkelijk. ik hoef mij nergens te verstoppen dus kunnen ze mij ook niet chanteren. Voor anderen is het niet zo gemakkelijk, alhoewel je altijd moet vechten om aanvaard te worden en te blijven. Bovendien volstaat het niet om tevreden te zijn met de tolerantie van de mensen. Wie wat politieke ervaring heeft weet dat de machthebbers die tolerantie wel weten terug te draaien als dat nodig is. Dus moet je vechten voor een andere maatschappij. Ik was op zoek naar een homogroep die links en progressief is en waar ze het niet alleen uitleggen maar ook werken. Het loopt soms wel eens mank in het RAF en er is nog te weinig politiek bewustzijn maar zoals het nu gaat is het nog altijd beter dan dat je eindeloze discussies hebt waaruit dan teksten gebrouwen worden die daarna in de kast verdwijnen.
De vakbond – tenminste dat gedeelte dat goed werkt – streeft naar een zo breed mogelijk eenheid en naar het verenigen van zoveel mogelijk leden. Daar gaat het dan om de bevrijding van de arbeid. Moet je voor de bevrijding van homoseksualiteit niet naar hetzelfde streven?
Toen de vakbond minder leden had maar actiever en militanter was is er meer bereikt dan nu… Geen enkele organisatie, ook al heeft ze zeer veel leden, is veel waard als het papieren leden zijn. Het RAF heeft geen interesse voor papieren leden maar voor actieve mensen. Een relatief kleine groep met actieve militanten kan veel meer realiseren dan een logge beweging waar toevallig veel volk bij aangesloten is.
Willy met RAF-vlag
Hoe zie jij de verhouding tussen de homobeweging en de vakbeweging? Hoe kunnen die op elkaar inspelen?
In het ABVV zijn alle leden aangesloten bij een beroepscentrale en vermits homo zijn geen beroep is kan je voor hen geen beroepscentrale oprichten. Maar het moet mogelijk zijn zoals bij de vrouwen om een commissie op te richten om erover te waken dat we niet gediscrimineerd worden binnen en buiten het werk.
Verwachten we zoiets als solidariteit uit de syndicale beweging?
Solidariteit is te zwak uitgedrukt. Solidariteit moet er zeker zijn maar het gaat om veel méér: hetero’s moeten durven ingaan tegen hun eigen verwarde opvattingen en gewoontes op seksueel gebied.
En zijn we er dan?
Neen. Want zelfs al kunnen we dat realiseren, verandert er nog niets aan de machtsstructuren die homoseksualiteit blijven onderdrukken: de staat, de kerk… Dus stelt zich duidelijk de vraag waarover we het daarnet al hadden: een andere maatschappij, het socialisme. Ik zou daar nog een belangrijke opmerking aan toe willen voegen: homo’s kunnen alleen op zichzelf rekenen. Er is niemand die het in hun plaats zal doen. Ze zullen zelf posities moeten veroveren en doorstoten naar hoger.
Intussen wordt onze aandacht opgeëist door een meisje van twee tafels verder die ons al een tijdje zat te observeren en komt vragen waarom we een roze driehoek op onze jas dragen. Wij dat uitleggen en vertellen over onze recente avonturen in Edegem. Maar dat is dan weer iets voor een ander artikel in dit blad.
Dit interview verscheen in Janet Van Antwerpen nr. 6, mei 1985
Een medewerker van de Cel Politiek van Çavaria (toen nog FWH, Federatie Werkgroepen Homoseksualiteit) maakte tijdens de verkiezingscampagne voor de gemeenteraden van 2000 op een onaangename manier kennis met de man die zowat als ‘De homo van het Vlaams Belang’ (toen nog Vlaams Blok) bekend staat. Een verslag door Paul Borghs van een bewogen bijeenkomst in Ninove, georganiseerd door de LHBT-jongerengroep PP&ZZ. Doorgaan met het lezen van “Een bijzonder debat in Ninove”