“Er zijn er ook die hun hele leven vechten”
“Op 16 oktober 1981 werd het Roze Aktiefront opgericht. Vandaag is het ‘roze en rood’, maar actiever dan ooit” schreef Zizo in 1996 en publiceerde een interview met Yvan Brys, Roel Dewinter en Gunther Lippens, drie van de kernleden.

Waarom werd het RAF opgericht?
Yvan: Eind van de jaren ’70 was de Rooie Vlinder actief, een “socialistische actiegroep ter bevrijding van homoseksualiteit”. Toen in ’81 de Rooie Vlinder ontbonden werd, hadden sommige leden de bekommernis dat er een vervolg zou komen, een groep die minder inhoudelijk zou werken en eerder met acties zou bezig zijn. De eerste platformtekst was daarom nogal summier, vertrekkend van het eisenplatform van de laatste homobetoging. Het “rooie” van de Rooie Vlinder is er achteraf weer bijgekomen. In ’87 en in ’90 is het platform herschreven en uitgebreid. Daar staat in dat het RAF anti-kapitalistisch en anti-patriarchaal is.
Welke evoluties waren er in de voorbije 15 jaar?
Yvan: Dat herformuleren van de politieke lijn is een zeer belangrijke evolutie geweest. Het RAF heeft het testament van de Rooie Vlinder, vervat in het boek “Een ander strand” proberen uit te voeren op een aantal punten, bijvoorbeeld door te hameren op het belang van een Roze Zaterdag, het inhoud geven aan acties door het uitgeven van een persbericht waarin de reden ervan wordt uiteengezet. We hebben gesteld dat we terug moeten naar de ideologie en de politieke stromingen die ons inspireren. Neem het voorbeeld van de Gayfair: de gerechtelijke politie legt de video van het Aidsteam stil, het Aidsteam doet in zijn broek, geeft een heel voorzichtig persbericht uit. Het RAF wil ingaan tegen de politie en vertoont de volgende dag een gelijkaardige voorlichtingsfilm: dat is ideologie. Het Aidsteam is bang om een aantal redenen, waarvan ik er een aantal wel begrijp, want ze moeten van subsidies leven. Maar hun basisideologie is: “We gaan niet te hard ingaan tegen de politie”, terwijl het RAF zegt: ten eerste de politie heeft een zeer duidelijke functie en ten tweede we gaan in tegen de politie, wij durven vechten. Het is dankzij onze ideologie dat er een actie is geweest en dat we het recht om de video te tonen afgedwongen hebben.

Roel: Als je een discussie voert, kan je dat doen vanuit het bestaande maatschappijbeeld, het kapitalistisch systeem of vanuit een socialistisch systeem. Eén van de redenen waarom het RAF nu zo goed boert, is dat we een consequent linkse koers zijn gaan volgen toen iedereen opschoof naar rechts.
Gunther: Je kan een actie voeren el als er pers komt, vlug wat ronkende zinnen uitdenken en de wereld insturen. Wij denken eerst een lijn, een strategie uit. Als er zich een discriminatie voordoet gaan we die eerst analyseren, vooraf bepalen welke mening we daarover hebben en welke actie daarbij past. Als je acties voert zonder na te denken waarom je die doet en in welke context, dan blijf je in een cirkel draaien en kan je geen maatschappelijke evolutie verwachten.

Opmerkelijk is de gewijzigde houding t.o.v. de FWH (Federatie Werkgroepen Homoseksualiteit)
Yvan: De bedoeling van de oprichters (van het RAF) was een militant alternatief voor de toenmalige FWH te zijn. Sommigen dachten eraan later de FWH over te nemen, maar dat was niet realistisch. De idee van een frontvorming binnen het RAF is geleidelijk verdwenen. De eenheidswerking bestaat al, namelijk in de FWH. We hebben ons na lang twijfelen aangesloten bij de FWH na de eerste Roze Zaterdag in ’90, omdat er naar aanleiding van de Roze Zaterdag al een materieel noodzakelijke samenwerking was. We vinden het belangrijk ons ideeëngoed, het militantisme, de maatschappijkritiek, niet in één groepje te stockeren, maar over te brengen naar de rest van de beweging.
Gunther: Er bestond aanvankelijk angst dat door de aansluiting bij de FWH het RAF zijn eigen radicalisme zou verliezen, maar het tegendeel is waar. We onderscheiden nu meerdere niveaus van actie voeren.
Roel: Naast onze eigen acties, ondersteunen we nu acties van andere groepen en van de FWH.

Yvan: De actie aan de CVP bijvoorbeeld werd aangebracht en grotendeels uitgewerkt door het RAF, maar gebeurde onder de vlag van de FWH en de meerderheid van de aanwezigen waren niet van het RAF. Het uitfluiten van Vlaams Blokker Filip De Winter toen hij ging stemmen, is een zuivere RAF-actie, iets wat de FWH nooit zal doen. De actie van “Wel Jong, niet Hetero” tegen het parochieblad “Kerk en Leven” was een actie van de homojongeren zelf, maar wel ondersteund door het RAF, die bijvoorbeeld zijn faxtoestel ter beschikking stelde.

Zien jullie nog belangrijke ontwikkelingen in die 15 jaar?
Yvan: Op organisatorisch vlak is men gaan zoeken naar manieren om geld te hebben. Het probleem van een radicale groep is dat je klein bent en geen centen hebt. Het RAF is als radicale groep erin geslaagd te blijven functioneren en daar ook geld voor bijeen te krijgen, enerzijds door fuiven, anderzijds door het lidmaatschap.
Hoe verklaar je het groot aantal leden van het RAF?
Yvan: Er zijn mensen die lid zijn omdat ze dan gratis op onze fuiven binnen mogen en er zijn er die lid zijn omdat we een militante groep zijn. We hebben dezelfde functie als een vakbond, daar zijn er ook leden die zich niet bekommeren om de ideologie, maar enkel lid zijn om hun stempelgeld twee dagen eerder te hebben. Wij bieden ook zo’n service, maar zeggen altijd: “Als je lid wordt, vraag liefst ons platform aan”. Ik ben zelf lid van het ABVV, maar ben het absoluut niet eens met de politiek reformistische lijn die het ABVV volgt. Ik vind het wel belangrijk dat de arbeiders een sterke vakbond hebben.
Roel: Het grootst aantal leden komt niet via onze fuiven, maar via strooibriefjes of onze nieuwsbrief.
Met zijn fuiven is het RAF een goed draaiende commerciële instelling geworden. is dat volgens jullie eigen ideologie verantwoord?
Roel: Als je een systeem wil omverwerpen moet je er gebruik van maken. Het is noodzakelijk om commercieel te zijn, want we krijgen geen subsidies en geld is nodig om de beweging uit te bouwen. We moeten de concurrentie aangaan met de commerciële jongens die het geld in eigen zak steken, geld dat verloren gaat voor de beweging.
Yvan: Ook dat is een ideologisch gekleurde machtsstrijd. Bijna overal is het homomilieu in handen van de commerciële jongens. In Brussel bepaalt “La Démence” wanneer er fuiven zijn. In Rotterdam is er zelfs een soort maffia. Antwerpen is wat dat betreft een bevrijd gebied. Al duikt er af en toe wel een commerciële guerrilla op, want we leven nu eenmaal in een vrije markt. Wij nodigen groepen van buiten Antwerpen uit om in Antwerpen een fuif te geven want we weten dat in Brussel of ergens anders nog onvoldoende faciliteiten zijn. Ook ons fuif-imago is mee bepaald door het actievoeren. Een volgende fuif zal vol affiches van Alexandra Colen hangen.

Op een bepaald ogenblik hebben we in zaal Jacob de mogelijkheid gekregen om zelf te tappen en dus meer winst op de drank te maken. We werken dan echter met 30 man en één van de dingen die je daarbij moet uitleggen is dat die winst komt omdat wij een aantal uren arbeid leveren. We zeggen onze medewerkers: jullie maken door jullie werk de beweging groot.
Roel: Er wordt altijd kritiek geuit door mensen die het niet zo voor ons hebben. Als we de dag na een fuif met de kerngroep in een restaurantje op eigen kosten iets gaan eten, dan wordt er gezegd: “Ge ziet dat ze gisteren weer geld hebben binnengerijfd,” maar het is toch maar normaal dat we ons na een nacht hard werken even willen ontspannen.
Hoe verklaren jullie het succes van het RAF?
Yvan: Eén van de redenen is dat het RAF nog steeds zo links is als de pest. Als je in het midden zit gebeurt er niets. Wij zoeken de botsingen op en doen er iets mee.
Ligt één van de redenen van jullie succes niet bij de doorbijtendheid van Yvan Brys als spilfiguur?
Roel: De persoon ‘Brys‘ heeft meer mensen weggejaagd dan mensen naar het RAF doen toekomen.
Yvan: Stel dat ik er morgen niet meer zou zijn dan zouden zij die overblijven misschien zes maanden nodig hebben om in het secretariaat alles terug te vinden wat ze nodig hebben, maar ze zullen doorgaan. Er zullen zeker niet minder acties komen.

Speelt ook coming-out een rol in de aantrekkingskracht van het RAF op jongeren?
Yvan: Ja. De jongerengroepen zijn ook coming-out groepen en je ziet dat zoiets werkt. Onze maatschappij zit zo in elkaar dat mensen in hoofdzaak bezig zijn met hun eigen belangen, maar er zijn momenten in je leven waarop je eigen belangen samen vallen met die van een hele groep, zoals bij een coming-out.
Roel: Vaak wordt het RAF afgeschilderd als een groep die mensen vastpakt, goed gebruikt en weggooit als ze leeg zijn. Dat is verschrikkelijk.
Yvan: Dat wordt van alle militante groepen gezegd, met hele verhalen in de pers hoe erg die groepen wel zijn.
Medewerker (kernlid) zijn van het RAF veronderstelt wel een groot engagement?
Roel: Lid zijn van de kerngroep is iets essentieels in je leven, niet zoals lid zijn van een tafeltennisclub. Wij werken om een doel te bereiken waarin we geloven.
Gunther: Ieder mens heeft een aantal ideeën of zaken waar hij achter staat. Als industrieel ingenieur kan ik carrière maken, maar ik heb geen zin om een inhoudsloze massa te controleren en te commanderen. Een jongerengroep als Verkeerd Geparkeerd waar ik ook in zit, gaat over coming-out, je goed voelen als homo en dat overbrengen naar andere jongeren. Op maatschappelijk vlak wordt er gewerkt rond onderwijs, rond de mentaliteit ten opzichte van homoseksualiteit. In het RAF komt daar nog een politieke component bij. RAF-leden zijn begaan met maatschappelijke evoluties, willen die analyseren en daar iets mee doen met hun talent. Daar ben je intens mee bezig.

Yvan: Er zijn jongeren die medewerker worden, maar na een paar jaar weggaan en liever carrière maken en grof geld verdienen. Ik haal mijn motivatie uit mijn communistische overtuiging, dat er mensen nodig zijn om met die overtuiging. Ik verwijs daarbij altijd naar deze tekst van Bertolt Brecht, mijn lijfspreuk als het ware: “Er zijn mensen die één dag strijden en dat zijn goeden. Er zijn anderen, die een paar jaren vechten, en dat zijn heel goeden. Maar er zijn er ook die hun hele leven vechten, dat zijn de mensen die we nodig hebben.”
Zijn er zaken die mislukt of vergeten zijn de voorbije 15 jaar?
Yvan: We zijn aan een heleboel dingen nog niet toegekomen. Het links profiel is nog zeer oppervlakkig. Er zijn plannen om naar Cuba te gaan, te gaan kijken of we daar ons profiel vinden. Solidariteit met arbeiders en migranten was minimaal. We gingen naar betogingen en schreven erover, maar dat was het dan. Homojongeren in het onderwijs zijn niet zo’n groot probleem meer. Het nieuwe probleem zijn homo’s bij migranten. Met die groep is niemand bezig en vanuit onze politieke lijn zouden we daar moeten op springen.
Welke toekomstplannen heeft het RAF?
Gunther: Ten eerste moet de stroom tegengewerkt worden van de maatschappij die naar rechts gaat. Ten tweede moeten we binnen de homobeweging het bewustzijn kweken dat in een rechtse omgeving eventuele verwezenlijkingen zeer tijdelijk zijn.
Roel: Van het eisenplatform van de afgelopen Roze Zaterdagen – wat wij als een minimum zien – is nog niets gerealiseerd. Dat alleen bewijst al het belang van een actiegroep.
Yvan: Er zijn altijd de omstandigheden die bepalen wat de meeste aandacht moet krijgen, bijvoorbeeld nu de CVP met haar houding t.o.v. de antidiscriminatiewet en haar alternatieve lijst van discriminaties die ze in het najaar al moet hebben. Er zijn verder nog een aantal concrete actieplannen, waarvan we nog niet weten hoeveel percent energie we er gaan instoppen, zoals de Streekkrantactie, de heisa rond de uitspraken van madame Alexandra Colen, het Rode Kruis dat nog altijd zegt dat homo’s geen bloed mogen geven.

Wordt de verjaardag uitbundig gevierd?
Roel: Onze oorspronkelijke bedoeling om 15 jaar RAF feestelijk te vieren hebben we laten varen. We willen meer energie steken in acties en in inhoudelijke toestanden rond 15 jaar RAF dan in zes maanden voorbereiding van een feest.
Yvan: Wie blij is dat het RAF bestaat, kan dat het best tonen door lid te worden.
Dit interview werd afgenomen door Bart Hellinck (mede-oprichter van het Fonds Suzan Daniel) en Paul Gordyn en verscheen in Zizo van sept-okt. 1996. Het RAF besliste alsnog om het 15-jarige bestaan van de groep uitbundig te vieren, op 12 oktober 1996.
Het Roze Aktiefront van jaar tot jaar
