Op 5 mei 1990 vond de eerste Roze Zaterdag of Pride van de jaren ’90 plaats. Het was geleden van 1981 dat holebi’s en transgenders – in België – nog op straat kwamen. Het organiserend comité ‘De Roze 90’ bestond uit activisten van het Roze Aktiefront, de FWH (Federatie Werkgroepen Homofilie, nu çavaria), het blad ‘De Janet’ en losse vrijwillig(st)ers.
Ze kregen tegenwind van rechts en extreem-rechts. Het Vlaams Blok dreigde met een tegenmanifestatie en John De Wit verspreidde een lange tekst waarin hij voorspelde dat de LGBT-beweging zich in de vernieling zou rijden door het organiseren van een Roze Zaterdag. Vooral de optocht vond in zijn ogen geen genade. Zijn donderpreek maakte weinig indruk. De dag zelf was hij er niet om te protesteren. De aangekondigde tegenacties van het Vlaams Blok bleven beperkt tot enkele slecht gewassen NSV’ers in de kerkdienst en een handvol Vlaams Blokkers ter hoogte van het stadhuis. Steun kwam van prominenten uit de politieke, culturele en syndicale wereld die het manifest ondertekenden.
Het Roze Aktiefront publiceerde onderstaande tekst waarin alle bezwaren tegen de Roze Zaterdag weerlegd werden. Het kwam er niet van om de tekst echt als brochure uit te geven maar hij werd ruim verspreid en legde de basis voor de pride zoals we hem nu nog altijd kennen. Hieronder het videoverslag van 5 mei 1990. Een video om te koesteren. Arno Arnouts doet de interviews met grimmige, verraste en gecharmeerde Antwerpenaars langs de kant. Tom Lanoye en een hoogzwangere Marleen Gordts presenteren de openluchtshow op de Groenplaats. Je ziet Marleen Daniels, Margriet Hermans, de immens populaire diva Madame Brisé (alias David Davidse) Plaza en Guido Belcanto. Kurt Van Eeghem stelt zijn nieuwe homogroep Het Groot Diets Blok van het Roze Kruis voor aan een geamuseerd publiek. Hilarisch is het gesprekje met twee Nederlandse homo’s die “reeds enkele pilsjes genomen hebben”.
Een Roze Zaterdag, wie is daar nu tegen?
Onmisbare handleiding voor wie op 5 mei wil meedoen, en… voor wie nog twijfelt.
De Roze Zaterdag van 5 mei belooft een groots, massaal gebeuren te worden. Voor zeer vele homo’s en lesbiennes zal het de eerste keer zijn dat ze mee lopen in een roze optocht. Voor sommigen is het niet zo gemakkelijk om die stap te zetten: voor iedereen, op straat, laten zien dat je homo of lesbisch bent. Dat vergt moed. We willen de voornaamste tegenargumenten en twijfels op een rijtje zetten en beantwoorden. Verder geven we enkele tips die je van pas komen om andere mensen te overtuigen met je mee te komen op 5 mei. Wellicht kan je ‘twijfelaars’ ook helpen wat wat in deze brochure staat. Vele bezwaren tegen de optocht van 5 mei zijn ook gedeeltelijk ingegeven door angst. Deze brochure kan je misschien helpen deze te overwinnen, maar uiteindelijk is dat iets wat je zelf moet doen.
Waarom gaat de Roze Zaterdag uitgerekend in Antwerpen door?
Na overleg is gekozen voor Antwerpen omdat daar zeer veel homo’s, lesbiennes en dito verenigingen gevestigd zijn. Wat de mobilisatie en de organisatie gemakkelijker maakt.
Er is ook een zekere traditie: op één optocht na (in ’80, in Brussel) gingen de meeste festiviteiten in Antwerpen door.
Antwerpen biedt dus de beste garantie op een zo groot mogelijke opkomst. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst geopteerd wordt voor de Nederlandse formule: daar wordt elk jaar een kleinere stad uitgekozen om de dag te houden. Voorlopig is de Belgische homo- en lesbiennebeweging nog niet sterk genoeg om dit aan te kunnen.
Waarop op 5 mei, en niet eind juni, zoals in de meeste landen?
In de meeste landen wordt de ‘Gay Pride Day’ inderdaad de laatste zaterdag van juni gevierd, op de verjaardag van de rellen aan de Stonewall-bar in New York, waar in ’69 een politierazzia beantwoord werd door woedende homo’s en lesbiennes. We hebben voor 5 mei gekozen omdat dit voor de studerende jongeren gemakkelijker is om zich vrij te maken: de meesten zitten dan nog niet in hun blokperiode. Verder hopen we op een vrij grote delegatie Nederlanders, die niet zouden komen als we onze Roze Zaterdag op dezelfde datum zouden houden als zij dat doen. Tenslotte is er ook nog een historische reden: de allereerste homobetoging in België ging door op 5 mei 1979, in Antwerpen.
Zouden we ons niet beter beperken tot een groot openluchtfeest zonder een optocht door de stad?
Een openluchtfeest, zoals dat voorzien is na de optocht, zal wellicht méér deelnemers aantrekken dan de optocht. Het feest is dan ook belangrijk. Maar hetzelfde, om andere redenen, kan gezegd worden over de optocht.
Het is wellicht zo dat deelnemen aan de optocht een groter engagement vraagt. Homo’s, lesbiennes, biseksuelen en sympathiserende hetero’s laten er mee zien dat ze niet bang zijn om publiekelijk op te komen voor homorechten. Door de geschiedenis heen zijn optochten en betogingen steeds de sterkste en duidelijkste actievorm geweest om kenbaar te maken waarvoor men opkomt. Naast het feestelijke element, dat zich kan uiten in kledij, praalwagens, liedjes, slogans… straalt een optocht ook een vorm van verzet uit. We vechten voor onze rechten. tegen discriminatie, we willen onze eisen door de stad dragen zodat iedereen ze kan zien. De ervaring, zowel in binnen-als buitenland, leert dat homo-optochten steeds feestelijk. kleurrijk en vrolijk zijn. je kan dus best je mooiste kostuum uit de kast halen, of een speciale outfit bedenken, waarmee ie jezelf van ie mooiste kant laat zien.
Zal zo’n optocht niet gedomineerd worden door verwijfde, extravagante types?
Dat hangt er maar van af. Al wie niet meedoet met het excuus dat hij in een te excentriek of te verwijfd gezelschap zal terechtkomen moet bedenken dat elk mens, met een eigen karakter en uiterlijk, waard is om gehoord en gezien te worden. Er bestaan geen ‘goede’ en ‘slechte’ homoseksuelen. De Roze Zaterdag is een dag tegen discriminatie en onderdrukking van homoseksualiteit, en de diverse manieren waarop homo’s en lesbiennes, travestieten en transseksuelen en macho’s zich voelen en gedragen. Waar moet men trouwens de scheidingslijn trekken? Wie ziet er ‘normaal’ genoeg uit om als model te mogen staan voor ‘de’ homo of lesbienne? Het zou van grote onverdraagzaamheid getuigen hier een selectie toe te passen. Trouwens: hoe meer mensen wegblijven omdat ze een te grote aanwezigheid van ‘excentriekelingen’ vrezen, hoe meer deze op de voorgrond zullen komen. Bedenk ook dat het vaak deze mensen zijn die die kastanjes voor jou uit het vuur halen. omdat ze door hun uiterlijk meer opvallen en dus ook kwetsbaarder zijn voor spot en agressie.
Maar zullen zij niet onvermijdelijk de aandacht van de media trekken?
Misschien wel, maar misschien ook niet. Uiteraard wordt homoseksualiteit gemakkelijk geassocieerd met ‘extreme’ gedragingen. Maar wat is extreem? Er was een tijd dat het dragen van lang haar of van een oorbel door iedereen als zeer extreem werd beschouwd. Hoe de media deze optocht verslaan, daar hebben we weinig controle over. Maar is dat een reden om ervan af te zien? Geen enkele wielrenner zal het in zijn hoofd halen om niet mee te rijden met een koers omdat de ‘kopman’ meer in beeld komt dan hij…
Zal zo’n optocht geen averechts effect hebben op politici, op wie we een beroep moeten doen om bv. een antidiscriminatiewet erdoor te krijgen?
Op sommige politici hoeven we sowieso al niet te rekenen. Gerolf Annemans van het Vlaams Blok verklaarde in een interview dat hoe meer homo’s en lesbiennes op straat komen hoe moeilijker het zal zijn om te krijgen wat ze willen. In zijn geval zal dat zeker kloppen. Roze Zaterdag of geen Roze Zaterdag. Wie in ’89 mee was op de Nederlandse Roze Zaterdag in Haarlem heeft kunnen zien dat politici van bijna alle partijen stonden aan te schuiven om na de optocht op het grote podium hun steun aan de beweging te komen betuigen. Uiteraard moeten we op zo’n dag met veel zijn, willen we in België hetzelfde resultaat bereiken. Maar dat is dan alweer een reden voor jou en ie vrienden om ook mee te doen! De Roze Zaterdag wordt hoedanook een mediagebeurtenis, en politici zijn daar zeer gevoelig voor. Ze weten ook dat een groot aantal van hun kiezers hun stem ondermeer laten afhangen van hun houding tegenover de eisen van homo’s en lesbiennes. Als er zo’n 2.000 homo’s en lesbiennes op straat komen. weten ze dat er nog véél zijn die het doen en laten van hun partij en van henzelf volgen.
Hoe zal het Vlaams Blok zich opstellen tegenover de Roze Zaterdag?
Het Vlaams Blok is een anti-homopartij en verzet zich tegen elke vorm van coming-out en tegen de homo- en lesbiennebeweging. Zo werden homomilitanten reeds door Vlaams Blokkers lastiggevallen terwijl ze aan een schoolpoort voorlichtingspamfletten over homoseksualiteit aan het uitdelen waren, en werden de ruiten van een vormingscentrum ingegooid omdat de plaatselijke homo- en lesbiennewerking er vergadert. Men kan dus gerust aannemen dat ze zich ook tegen een Roze Zaterdag zullen verzetten. Dit zal echter weinig gevolgen hebben op de dag zelf: de ervaring leert dat ze niet in staat zijn om veel volk op te been te brengen tégen een anti-racistische betoging, en dat zal hen ook niet lukken op 5 mei. Wel is het raadzaam om na het openluchtfeest in kleine groepjes te blijven als men door de stad loopt, omdat aanhangers van het Blok en van extreem-rechtse groepjes dan wel eens agressief zouden kunnen worden tegen individuele homo’s en lesbiennes. Dat soort incidenten durft zich al eens voordoen na een anti-racistische manifestatie. Er is echter geen reden tot ongerustheid: Antwerpen zal op 5 mei veeleer een ‘roze dan een ‘bruine’ stad zijn.
Is het niet veel eenvoudiger en efficiënter om gerichte prikacties te organiseren (zoals bv. aan het kabinet van Miet Smet, vorige zomer). Op die manier kan niemand ons pakken op het feit dat er (volgens sommigen) weinig homo’s en lesbiennes op straat komen…
Prikacties die, met minder energie en minder mensen. de media halen en de aandacht van de publieke opinie en de politici trekken, zijn zeker belangrijk. Het ene sluit het andere zeker niet uit. Politici die ons niet willen steunen kunnen bij een prikactie van 10 mensen evengoed vraagtekens plaatsen over hoe groot onze achterban is, als ze dat kunnen doen bij een optocht van 1.000 of 1.500. Maar bij zo’n optocht wordt wel duidelijk dat we bereid zijn, en in staat zijn, een gedeelte van onze achterban te mobiliseren. In Nederland doet men dit reeds 10 jaar, en in juni ’89 waren er in Haarlem 15.000 aanwezigen op de Roze Zaterdag. Zo’n hoog aantal moeten we op 5 mei uiteraard niet verwachten, maar we staan nu eenmaal aan het begin van een hernieuwde traditie.
Maken we ons niet hopeloos belachelijk als op 5 mei blijkt dat we slechts 1.000 of 2.000 mensen op de been weten te brengen?
Niemand die voor zijn/haar rechten opkomt. maakt zich belachelijk. Wie er op 5 mei bij zal zijn, heeft alvast de verdienste bij de eersten te zijn van een beweging die de komende jaren moet groeien. We, weten dat het voor velen dit jaar nog te vroeg zal zijn, dat ze hun angst en onzekerheid nog niet de baas kunnen. We weten echter dat het mogelijk is om de groep die bereid is op straat te komen te doen groeien. Het ligt er maar aan hoe je het bekijkt: voor tegenstanders van een optocht zal er altijd te weinig volk zijn, voorstanders zullen zich gesteund weten door de aanwezigheid van honderden, of duizenden. De 15.000 deelnemers aan de Roze Zaterdag in Haarlem worden daar door niemand ‘belachelijk’ gevonden, ook al vertegenwoordigen ook zij maar een klein percentage van alle homoseksuelen in Nederland.
Moet je zo’n Roze Zaterdag niet gewoon zien als een stuk onschuldige folklore?
Folklore is geen negatief gegeven, maar een uiting van cultuur. Onze homo- en lesbiennecultuur heeft momenten nodig waarop deze tenvolle tot uiting kan komen, naast producten als films, boeken en toneelstukken. Een roze optocht biedt iedereen, ook wie minder talent heeft. de kans om zich als homo of lesbienne te laten zien. In de Verenigde Staten groeien de roze parades vaak uit tot heuse carnavals, met al het feestelijke en kleurrijke dat ermee gepaard gaat. In Vlaanderen bestaat een lange traditie van praalwagens en gekostumeerde stoeten. We moeten niet bang zijn hier op gepaste wijze op in te spelen.
Zal de Roze Zaterdag niet gedomineerd worden door bepaalde politieke partijen en zal dat de geloofwaardigheid van het gebeuren niet schaden?
De zeldzame politici die in het verleden bewezen hebben iets te doen voor de emancipatie van homo’s en lesbiennes verdienen het uiteraard om aan het woord te komen. We weten dat deze vooral uit linkse en groene partijen komen. Dat ligt niet aan hen, ook niet aan de homobeweging. maar aan de partijen en groepen die niets doen! De organisatoren zullen er wel degelijk op toezien dat iedereen uit de politieke of syndicale wereld die zijn steun wil komen betuigen aan bod zal komen, zonder het geheel te overheersen.
Is een optocht of betoging niet waardeloos als deze niet gesteund wordt door grote machtsblokken zoals de vakbonden?
Het zou natuurlijk prachtig zijn moest bv. de nationale leiding van het ABVV zich achter de betoging zetten en al haar leden zou oproepen mee te doen. Dat zit er voor 5 mei niet in. Wat wel reeds kan is dat kleinere actiegroepen en belangenverenigingen de Roze Zaterdag ondersteunen. zo zijn er o.a. goede contacten met het Humanistisch Verbond. Er wordt in ieder geval aan gewerkt om uit zoveel mogelijk hoeken solidariteit los te krijgen. De anti-racistische beweging heeft voor gelijkaardige uitdagingen gestaan. In Antwerpen bijvoorbeeld organiseerde het antifascistisch front op 1 oktober ’88 een betoging met weinig of geen steun uit de politieke en syndicale wereld. Nog geen jaar later was dit echter reeds sterk verbeterd: in mei ’89 manifesteerde men opnieuw,dit keer met ABVV-voorzitter Vandenbroucke en delegaties en mandatarissen van SP en Agalev.
Zou het niet beter zijn af te zien van een Roze Zaterdag tot er in alle partijen voldoende politici gevonden zijn die onze zaak steunen?
De vraag hierbij is: hoelang moeten we dan nog wachten? Bovendien leert de ervaring in Nederland dat de steun van politici rechtstreeks verband houdt met de bereidheid van homo’s en lesbiennes om zelf voor hun rechten op te komen. Ook bij de afschaffing van het artikel 372bis uit het Belgische strafwetboek (dat de leeftijdsgrens voor homoseksueel contact op 18 stelde) hebben we dit gemerkt: politici schieten sneller in gang als de basis zich roert. 372bis werd trouwens ingevoerd in de jaren ’60, een periode dat de homo- en lesbiennebeweging veel kleiner was en vooral binnenskamers werkte. Het werd afgeschaft in het begin van de jaren ’80 toen de beweging reeds veel beter uitgebouwd was en reeds diverse manifestaties had georganiseerd, waaronder 4 betogingen.
Houden de politici eigenlijk wel rekening met wat de bevolking vindt?
Je kan stellen dat dit slechts in beperkte mate het geval is. De meeste politici hebben de neiging om te plooien naar de eisen van de grote. machtige kapitaalsgroepen. die over allerlei middeltjes beschikken om de politieke wereld aan zich te binden. Politici hebben totnogtoe weinig rekening gehouden met de problemen van homo’s en lesbiennes. Toch worden sommige politici bereid gevonden om nu en dan iets voor ons te doen, als we maar voldoende druk uitoefenen. Dat geldt niet alleen voor homo’s en lesbiennes: de Limburgse mijnwerkers hadden nooit zo’n hoge afdankingspremie gekregen zonder een maandenlange staking. De opvoeders en het verplegend personeel hebben betere werkvoorwaarden afdwongen door actie te voeren. Homoseksuelen kunnen niet staken of een bedrijf bezetten, maar ze kunnen wel op straat komen.
Zou het niet beter zijn, in plaats van nu al een Roze Zaterdag te organiseren, eerst te proberen wat meer medewerking van de homohoreca (bars, sauna’s…) te krijgen? Op die manier zou je zeer veel homo’s en lesbiennes bereiken.
De homohoreca moet zeker, in de mate van het mogelijke. betrokken worden bij de strijd tegen discriminatie. Maar we weten dat daar nogal verschillend gereageerd wordt: zo’n zaken bestaan nu eenmaal om geld te verdienen, niet om met homo-emancipatie bezig te zijn. Sommige horeca-uitbaters staan positief tegenover de beweging, anderen laat het onverschillig, sommige reageren zelfs vijandig als je bv. een affiche in hun etablissement wil ophangen. In Nederland staat men ook wat dat betreft reeds verder. Maar daar is de beweging dan ook reeds veel beter uitgebouwd, met een heleboel initiatieven waaraan een aantal horecazaken hun steun verlenen. Uiteindelijk heeft de beweging de horeca voor een stuk meegetrokken, door zelf dingen te organiseren, niet door zich op de horeca te concentreren. Op die manier worden inderdaad ook veel mensen bereikt.
Is het niet beter zelf, elke dag, openlijk als homo of lesbienne te leven, is dat niet veel overtuigender dan al dat agressief gedoe op straat?
Het ene sluit alweer het andere niet uit. Individuele coming-out in je familie, op het werk, in het jeugdhuis, op school… is zeer belangrijk, omdat het voor je omgeving een manier is om hun angsten en vooroordelen tegenover homoseksualiteit in vraag te stellen. Ook individueel verzet tegen discriminatie is nodig en nuttig. Maar zoals arbeiders in een fabriek meestal ook niet in staat zijn op hun eentje een loonsverhoging los te krijgen van hun baas, en daarvoor een beroep moeten doen op hun vakbond, zo hebben homo’s en lesbiennes ook organisaties die voor hun specifieke eisen opkomen. En zoals de vakbond nu en dan zijn leden oproept om actie te voeren om eisen kenbaar te maken en kracht bij te zetten, zo doet ook de homo- en lesbiennebewegïnq dat. Samen staan we sterker. De Roze Zaterdag is ondermeer bedoeld om onze eensgezindheid en solidariteit aan de oppervlakte te brengen. Dat dit voor sommigen agressief overkomt, is onvermijdelijk, maar dat is met elke actie zo, hoe veel of hoe weinig mensen er ook aan deelnemen. Voor velen heeft een Roze Zaterdag trouwens een grote betekenis in hun eigen, persoonlijke ontwikkeling. Organisatoren van de Roze Zaterdag van 1988 in Delft maakten bekend dat 1 op 5 deelnemers daar voor de eerste keer als homo of lesbienne naar buiten kwamen.
Zal zo’n Roze optocht geen afschrikwekkend effect hebben bij de publieke opinie?
Als dat zo is, is dat nog geen reden om ervan af te zien. Toen in de Verenigde Staten een antidiscriminatiewet voor homo’s goedgekeurd werd, kwamen er ook negatieve reacties. Toen waren er ook mensen die zich bedreigd voelden door het feit dat homo’s en lesbiennes meer rechten kregen. Is dat een reden om dan maar geen antidiscriminatiewetgeving te eisen? Natuurlijk niet. Er zullen nog lang mensen rondlopen die schrikken van alles wat met homoseksualiteit te maken heeft, of dat nu een wet is of een optocht. Het is niet aan ons om daarvoor terug te krabbelen en braaf binnen te blijven.
Is een optocht niet ten dele passé?
Er is de laatste jaren nog zeer veel gebruik gemaakt van dit actiemiddel. Jongeren, mijnwerkers, opvoeders. jeugdhuiswerkers, ambtenaren… zelfs politieagenten en rijkswachters kwamen op straat met hun eisen. Uiteraard werd niet elke keer onmiddellijk aan hun wensen voldaan. Een Roze Zaterdag met optocht is ook geen ultiem, definitief middel om onze rechten krijgen. De homo- en lesbiennebeweging doet nog veel meer dan dat. Op straat komen is slechts één van de middelen om aan onze bevrijding te werken, maar het is wel het enige waarbij we zoveel mensen tegelijk kunnen mobiliseren. Het is belangrijk dat iedere homo en lesbienne nu en dan de kans krijgt om zelf iets te doen tegen discriminatie. Betogingen en optochten zijn trouwens een democratisch recht, dat ingeschreven staat in de Belgische grondwet. Het zou dom zijn er geen gebruik van te maken. Men kan evengoed stellen dat sedert radio, TV en video het uitgeven van kranten ten dele passé is. Maar dat is blijkbaar voor niemand een reden om geen kranten meer uit te geven. In de ons omringende landen en in de V.S. wordt jaarlijks bewezen dat er niets verouderd is aan de jaarlijkse optochten van homo’s en lesbiennes, evenmin als de jaarlijkse 1 mei-optochten in vraag gesteld worden.
Is op straat komen geen gemakkelijke oplossing, die bij gebrek aan creativiteit gelanceerd werd? Je kan je eigen geweten sussen, de niet-betogers halvelings verwijten dat ze niet meededen en er later met jeugdsentiment aan terugdenken…
Zoals we reeds schreven is het voor velen niet zo gemakkelijk, en vergt het moed om op straat te komen, ook al zijn we met velen tegelijk om dat te doen. Het heeft weinig zin om wie niet mee deed verwijten toe te sturen: men kan wel proberen hen te overtuigen van de noodzaak om mee de straat op te gaan. Vele homo’s en lesbiennes, die er in ’79, 80, 81 of ’82 bij waren hebben daar inderdaad goede herinneringen aan: ze omschrijven de betogingen van toen als een kleurrijk, feestelijk en strijdbaar gebeuren. Is dat jeugdsentiment? Misschien, maar op 5 mei krijgt iedereen de kans om er een nieuwe ‘kick’ van te krijgen: met zoveel homo’s en lesbiennes tegelijk op straat lopen geeft een gevoel dat je niet zo snel vergeet. En men moet ons maar eens uitleggen wat daar verkeerd aan is!
Is het organiseren van een Roze Zaterdag geen uiting van minachting van de basis?
Juist niet. Door op te roepen voor onze rechten te manifesteren, ontwikkelt men precies een mentaliteit waarbij niet alleen een kleine groep (militante) homo’s actie voert, maar iedereen die dat wil daaraan kan meedoen. De homo- en lesbiennebeweging mag niet beperkt blijven tot enkele ‘helden’ die het in onze plaats gaan oplossen, maar moet gedragen worden door een zo breed mogelijke basis die op een democratische manier, betrokken wordt bij wat in de beweging gebeurt. Alleen al het organiseren van een Roze Zaterdag is voor tientallen homo’s en lesbiennes een gelegenheid om zich actief in te zetten, mee te werken en te discussiëren. Een Roze Zaterdag organiseren zonder de basis, dat gaat gewoon niet.
Zou de homobeweging zich niet beter bezighouden met het bestrijden van concrete vormen van discriminatie, zoals bijvoorbeeld de rijkswachtrazzia in de Kortrijkse homodancing Le Délire?
Uiteraard moet de homobeweging elke vorm van discriminatie en intimidatie aanklagen en bestrijden. Er zijn trouwens inspanningen gedaan rond Le Délire. Een probleem is. dat de beweging in België nog lang niet sterk genoeg staat om elke vorm van discriminatie aan te pakken. Het organiseren van een Roze Zaterdag kan dit probleem niet oplossen. maar je kan 5 mei wèl zien als een antwoord van homo’s en lesbiennes op de discriminatie en onderdrukking die ze reeds sedert jaren ondervinden. Wie in Le Délire door de rijkswacht werd lastiggevallen, kan op 5 mei terugslaan: iedereen krijgt dan de kans om deze, en vele andere wantoestanden aan te klagen, door er bijvoorbeeld een bord of spandoek over mee te dragen.
Weten de organisatoren van 5 mei eigenlijk wel waarvoor ze op straat komen? Van een concreet eisenplatform is geen sprake…
Er is, voor 5 mei ’90 inderdaad geopteerd geen uitgewerkt eisenplatform op te stellen. En dat is enerzijds jammer, omdat het noodzakelijk is duidelijke eisen te stellen. Anderzijds kon het dit jaar moeilijk anders: eigenlijk moest men vanaf nul beginnen. Het eerste streefdoel was: de traditie in ere herstellen. Daarom wordt dit jaar de nadruk gelegd op het op straat komen, met zoveel mogelijk, om te laten zien dat we bestaan en van ons af weten te bijten. Het staat iedereen vrij om, in de optocht, zelf eisen mee te dragen die bijdragen tot de emancipatie van de verschillende ‘soorten’ homoseksuele mannen en vrouwen. De Roze 90, het samenwerkingsverband dat de Roze Zaterdag organiseert heeft wel een manifest, dat trouwens kan onderschreven worden door iedereen die dat wil, en die akkoord is dat zijn/haar naam bekend gemaakt wordt. Elders in deze brochure vind je dat manifest.
Rekent men niet teveel op de steun uit Nederland? En zal een mogelijk overwicht van Nederlandse potten en flikkers geen negatief effect hebben?
Toen we met de Roze 90 in Haarlem opriepen om op 5 mei naar België te komen was de respons zeer enthousiast. We mogen dus aannemen dat nogal wat Nederlanders zullen meedoen, zoals trouwens in ’79. bij de allereerste Belgische betoging, ook het geval was. Dit had geen negatief effect, integendeel. Het was een hart onder de riem voor de Belgische deelnemers, en voor de omstaanders maakte het ook niet zoveel uit. Het is trouwens positief dat homo’s en lesbiennes uit verschillende landen elkaar helpen en bijspringen, en de aanwezigheid van buitenlandse delegaties op een Roze Zaterdag is daar een uiting van. Er wordt trouwens naar gestreefd om ook uit andere landen (Frankrijk. Engeland, Duitsland…) delegaties op de Roze Zaterdag te mogen begroeten.
Hoe geraak ik in Antwerpen op 5 mei?
Als je actief bent in een homo-of lesbiennegroep, is dat vrij eenvoudig: ie rijdt met iemand mee, of je stapt op de bus die je vereniging heeft ingelegd. Als je in je eentje komt, bel dan naar het Roze Aktiefront (03/236.64.XX) of de Federatie Werkgroepen Homofilie (03/233.25.02), daar zal men je weten te vertellen of er bij jou in de buurt nog mensen gaan en of je kan meeriiden.
Hoe krijg ik andere mensen mee?
Het is natuurlijk leuker om met een groepje naar Antwerpen af te zakken. Misschien is dat wel eenvoudiger dan je denkt. Begin er eens over met een paar vrienden, die zelf ook homo of lesbisch zijn of het van jou weten. Vaak is zoiets voor heterovrienden een manier om te laten merken dat ze achter je staan. Eventueel kunnen jullie afspreken om die dag samen naar Antwerpen te rijden, zonder dat ze zich verplicht voelen om mee op stappen. En misschien doen ze dat uiteindelijk toch! Met andere homo’s of lesbiennes, met wie je bevriend bent of met wie je samen uitgaat moet het zeker lukken. Je kan natuurlijk ook gebruik maken van de affiches, stickers, foldertjes of T-shirts van de Roze 90. Naargelang de situatie kan je de aandacht trekken door een affiche in je woon-, slaapkamer of WC. een sticker op ie portefeuille of boekentas, een foldertje op je salontafel, of door het dragen van een T-shirt met de veelbetekenende tekst: “Ik doe het ook, op 5 mei”. Ben je verantwoordelijke in een jeugdhuis, een vakbond of een andere vereniging, dan kan ie ook daar het materiaal van de Roze 90 gebruiken om bekendheid te geven aan de Roze Zaterdag. Het is vaak een kwestie van durf, en het goeie moment uitkiezen. Wellicht heeft iemand er al ergens anders over gehoord of gelezen, en was misschien zelf al van plan om te gaan.
Wellicht maakt je gedrag ook vragen los en krijg je discussies over de zin en onzin van een roze zaterdag. Het is altijd mogelijk om, met een paar mensen, er een avondje op door te gaan. eventueel met iemand van de Roze 90 of van de homo- of lesbiennegroep bij jou in de buurt. Spreek op tijd plaats en datum af en nodig mogelijke geïnteresseerden uit.
Onderteken het manifest. en vraag ook aan collega’s. vrienden, of verantwoordelijken in de organisatie(s) waar je actief bent om dit te doen. Het manifest kan zowel door homo’s. lesbiennes. bi’s als sympathiserende hetero’s uit de syndicale. politieke en sociale wereld ondertekend worden. Ga ook na of er voldoende bereidheid is om vanuit de socio-culturele vereniging. de vakbond of het jeugdhuis een bus in te leggen, aanwezig te ziin met een delegatie… Als je het zo ver krijgt. verwittig dan de Roze 90. of de homo-organisatie bij jou in de buurt.
En verder…
Alle informatie over de dag zelf. de activiteiten, plaatsen om te eten en te overnachten.., vind je in de homo- en lesbiennebladen. In De Gaykrant zal een speciale katern zitten met alle inlichtingen en achtergrondartikels. Ook daarvan kan ie op voorhand exemplaren bestellen.
Hoe kan ik financiële steun geven?
Je kan steunkaarten bestellen en verkopen, ineens een bedrag storten op rekening nummer XXX-2109XXX-34 van “Steunfonds 90”, Gent.
Waar kan ik terecht voor verdere inlichtingen?
Federatie Werkgroepen Homofilie
Dambruggestraat 204 2008 Antwerpen
03/233.25.XX of 03/232.70.XX
Roze Aktiefront
Helmstraat 45
2200 Borgerhout
03/236.64.XX
Roze 90
P/a Guinardstraat 34
9000 Gent
091/23.98.XX
Waar kan ik nog exemplaren van deze brochure bestellen? Op bovenstaande adressen.
01/02/90
Terug naar overzicht