Homo’s bij Smet: ‘Laten we elkaar geen Mietje noemen’

Een van de (weinige) acties in de jaren ’90 waar het RAF niet bij was. Staatssecretaris Miet Smet voelde zich niet bevoegd voor een homo- en lesbiennebeleid. De FWH (nu: çavaria) vond van wel.

Homo’s bij Smet: ‘Laten we elkaar geen Mietje noemen’

BRUSSEL – De Federatie Werkgroepen Homofilie (FWH) eiste gisteren aan het staatssecretariaat van Emancipatie een onderhoud met Miet Smet. Hiermee wilde zij haar verontwaardiging uiten na de weigering van Moet Smet om het homo- en lesbiennebeleid tot haar bevoegdheid te rekenen. Na veel heen en en weer geduw werd een delegatie uiteindelijk ontvangen door kabinetschef Ronse.

De vertegenwoordigers van de FWH voelden zich vrij agressief behandeld door de conciërge “die ons eerst met een schaar te lijf ging en het daarna nodig achtte de rijkswacht op te roepen.” Zij hadden spandoeken bij met slogans als ‘laten we elkaar geen Mietje noemen’ en ze lieten in aanwezigheid van de rijkswachters een 200-tal roze ballonnen los.

Kabinetschef Ronse herhaalde het standpunt van Miet Smet dat zij niet bevoegd is voor het homo- en lesbiennebeleid. Nochtans meent de FWH dat Smet dit wel degelijk is. Hierbij beroept zij zich op artikel 2.2 van het Koninklijk Besluit van 22 september 1988 waarin de bevoegdheden van de staatssecretaris van Emancipatie zijn bepaald. Die bevoegdheden houden in: “Het nemen van initiatieven gericht op: de integratie van een aantal groepen in de samenleving die omwille van financiële, familiale of maatschappelijke omstandigheden niet volwaardig participeren”.

 

Volgens de FWH gaat het niet op dat Miet Smet “zich wel bevoegd voelt voor de discriminatie van vrouwen, terwijl de helft van homo’s en lesbiennes vrouwen zijn.” De Federatie stelt dat “het onduidelijk is waarom dit aspect van vrouw-zijn verwaarloosd wordt” en leidt eruit af dat niemand voor homoseksuelen verantwoordelijk wil zijn en dat men hen in de marginaliteit wil houden.

De Werkgroepen Homofilie zeggen dat de toestand dramatisch is; de homoseksuelen vertegenwoordigen volgens statistiek onderzoek 5  pct. van de  totale bevolking, maar het grootste deel daarvan leeft in de clandestiniteit, aldus de werkgroepen.

Zij stellen voor dat een degelijk homobeleid een wet inhoudt die iedere discriminatie van homo’s en lesbiennes bestraft, naar analogie van de antiracismewet. Ook fichering van homo’s en lesbiennes moet worden verboden, stellen zij. Verder moeten samenwonenden dezelfde rechten krijgen als gehuwden, wat inhoudt dat ook homoseksuelen recht hebben op een overlevingspensioen, sociale zekerheid, dat het erfrecht moet aangepast en dat bij echtscheiding homoseksualiteit of lesbianisme geen punt zijn.

Organisaties die zich met homo-emancipatie bezighouden moeten fatsoenlijk betoelaagd worden, aldus nog het voorstel. De werkgroepen zeggen geen onmogelijk zaken te verlangen: anti-discriminatiewetten voor homo’s bestaan reeds in Noorwegen, Frankrijk, Denemarken en Zweden, terwijl in Nederland al verschillende voorstellen op tafel liggen. De Nederlandse minister Brinkman heeft bijvoorbeeld onlangs een kleine twintig miljoen frank subsidie gegeven aan het Centrum anti-discriminatie Homoseksualiteit.  (RV)

De Morgen, 22/04/1989

De eisen van de FWH zouden later verwerkt worden in een eisenplatform. 

Miet Smet_Actie 1989

Advertentie